Bos tussen twee evenwijdig lopende wallen op de zuidhelling van de Lemelerberg?

Wie heeft er zoveel energie en dus kosten voor over gehad om deze wallen op te werpen? Welk zinnig doel hebben ze gediend?

Luchtfoto met de twee raadselachtige evenwijdig lopende wallen op de zuidhelling van de Lemelerberg.
Zie ook Zoekplaatje 78.

Geert Bakker vraagt zich al jaren af hoe de twee evenwijdige wallen op de zuidhelling van de Lemelerberg zijn ontstaan:
“Al vanaf mijn eerste verblijf in het huisje op de zuidhelling van de Lemelerberg ben ik geïntrigeerd door de brede evenwijdige wallen die daar dwars op het pad de hellingen doorsnijden en de weilanden aan weerskanten van de berg verbinden. De onderste steekt tussen het huisje en het bankje van Albert van Oene de weg over en de bovenste loopt dicht langs het houtschuurtje. Gemeten met de lineaal van Google Earth liggen ze op 130 meter van elkaar.

Sinds kort staan op www.globeassistant.org/earthconnector/kadaster/watwastoen alle oude stafkaarten, de zogenoemde Bonneblaadjes, van heel Nederland nu voor een ieder ter inzage. Op deze oude kaarten staat tussen deze twee wallen tussen omstreeks 1883 en 1909 een reep ‘bos’ ingetekend en wel voornamelijk op het oostelijke deel vanaf de plek waar nu het huisje staat. Mijn aanduiding ‘bos’ is onder voorbehoud, want ik heb de legenda van die kaarten nog niet gevonden, maar de donkere, bijna zwarte kleur van die strook is vrijwel dezelfde als van het nu nog aanwezig bos bij De Zonnebloem. Daar zie je ook dat de bovenste wal zich voortzet in de huidige Bergweg.

Wellicht vraagt het enige oefening om met die oude stafkaarten en het tegenwoordige satellietbeeld van Google Earth te ‘spelen’ maar het went snel. Met de transparantieregelschuif rechtsboven kun je het oude en huidige beeld naadloos in elkaar laten overgaan. Buitengewoon fascinerend! Je ziet zo ook waar inmiddels verdwenen oude wegen over berg en es hebben gelopen en waar schaapskooien stonden.

Enkele markante jaartallen:
1883 bedoelde strook bos aanwezig, maar in 1909 alweer afwezig
1929 de brede strook bos is al 20 jaar weg, maar boven de bovenste wal ligt nu een smal reepje bos en op de kaart is De Zonnebloem vermeld
1930 er staan 3 schaapskooien ingetekend langs de bosrand bij de es
1934 nog steeds 3 schaapskooien ingetekend, maar in 1935 is er nog maar 1 schaapskooi over
1935 nu staat ook het huisje met de hoefijzervormige zandweg erlangs in rood ingetekend; van het bij 1929 genoemde smalle reepje bos zijn nu nog slechts 3 ruitvormige plukjes bos over; daarvan ligt de meest linkse net onder de huidige kraal waar ’s zomers de schapen overnachten als ze op de zuidhelling lopen.

 1907 – Kinderen van notaris Bloem, die toen eigenaar was van deze zwerfkei (groote steen) op de Lemelerberg.

De Historische King Ommen heeft een oude ansichtkaart waarop een dame in een bevallige pose op de Dikke Steen ligt en waarbij goed zichtbaar is dat de berg toen echt helemaal kaal was en dat elke boom dus kennelijk van latere datum is. Dat is bevestigd door een oud-leerling op leeftijd die me vertelde dat het huisje op de zuidhelling vanuit zijn schoolbankje in Lemele goed zichtbaar was.

Zeer opmerkelijk zijn ook de identieke hoeken van ongeveer 135 graden die beide wallen maken. Destijds plooide men toch allerlei zaken meer naar de natuur dan volgens geometrische ontwerpen? Na de oostelijke knik in de bovenste wal zet die lijn zich voort in het eerste stuk van de Bovenesweg vanaf de Ledeboerweg.

Enkele vragen:

  • Waarom werden die ongeveer 3 meter brede wallen, met aan weerszijden een droge greppel van waaruit ze werden opgeworpen, aangelegd?
  • Wordt de meestgehoorde verklaring van ‘perceelsgrenzen’ met het bovenbedoelde bos niet eerder een groter dan een kleiner mysterie?
  • Als het geen bos- maar bijvoorbeeld boekwijtcultuur is geweest, waarom dan toch zulke brede wallen?
  • Wat zou de verklaring van die ongeveer 135 graden grote hoeken in die lijnen kunnen zijn?

Wie het weet mag het zeggen en hartelijke dank voor uw moeite!
Met beste wensen en vriendelijke groet, Geert Bakker”

Bron: Geert Bakker – 23 januari 2011
Artikel is eerder gepubliceerd in de nieuwsbrief van Stichting ’t Lemels Arfgoed, echter nog zonder resultaat.


Aanvulling door Gerard Bakker – 23 januari 2011:
 Op deze kaart zie je de wallen haarscherp; de onderste heeft rechts en de bovenste links een arcering. Waarschijnlijk is het ook niet toevallig dat beide lijnen heel nauwkeurig parallel aan het kaartraster lopen; daar is kennelijk over nagedacht en doet vermoeden dat het kadaster het antwoord in huis heeft. Ook de drie ruitvormige plukjes bos nabij de kraal (die er toen nog niet was) zijn natuurlijk te gelijkvormig van vorm om toevallig te zijn. Wie zou zoiets nou bedenken?

Waar die bovenste wal de rode zandweg kruist is de afslag van het huidige pad dat pal noordelijk naar het hoogste punt van de zuidhelling loopt. Op de punt van 36.5 staat een rode stip; zou dat al de jachthut zijn? Moet haast wel, want waarom zou de hoefijzervormige zandweg er langs dan rood zijn? Kennelijk voor het comfort van meneer de baron; toch? Onlangs hoorde ik dat Drieling doet vermoeden dat er ook een Tweeling en misschien zelfs een Eersteling kan zijn geweest.


42 gedachten over “Bos tussen twee evenwijdig lopende wallen op de zuidhelling van de Lemelerberg?

  1. Als reactie op onze zoektocht naar de rechtlijnige wallen op de Lemelerberg kwam uit Ootmarsum (waar ook de eerste bevestiging van de doodsaanzegging aan het vee vandaan kwam) het signaal om het in de richting van landweren te zoeken. Dat is een aantrekkelijke gedachte die strookt met strakke Romeinse wegen, landgraven, leyen, @cetera. Google leert dat in de 14e eeuw bij Ommen de aanleg van een landweer is verhinderd:

    http://www.landweren.info/literatuur/Brokamp%20-%20Landweren%20in%20Nederland,%20deel%20II;%20Inventarisatie.pdf
    Landweren in Nederland – Deel II – Inventarisatie – door Bertus Brokamp – zie inzake Ommen, pagina 231 – Datering: 1376 – Type: Onbekend – Toestand: Onbekend – Omschrijving: “Uit een post geboekt in de stadsrekening van Deventer van 1376 blijkt dat Everd van Essen de inwoners van Dalfsen verbood dat ze te Ommen een landweer aanlegden: Up den Manend. daer na Egenberch die tot Almelo ende tot Eerde ghelopen was an Everde van Essen alse omme dat hi dien van Dalvessen verboden hadde dat sie tot Ummen die lantwere niet graven en soelden 16 s. 603 Of de landweer er nou nog gekomen is, is niet bekend.”

    Like

  2. Nog een reactie over die namen: ‘De Eersteling’ staat op de kaart No 339, rechts boven. En de ‘Drieling’ op No 322 in de Grote Hist.Atlas Overijssel herzien in 1905.

    Maar de eventuele ‘Tweeling’ kan ik nergens vinden in die Atlas, misschien is die er nooit geweest,wie hierover meer weet mag het zeggen.

    Like

  3. Een prachtig verhaal om te lezen. Afgelopen jaar zelf met Bert Luiken een paar keer langs de wallen gewandeld en ons afgevraagd wat de historie achter de wallen is.

    Like

  4. Zullen we doorgaan?

    Zo’n mooi compliment van Dieks hierboven vormt natuurlijk meteen ook een uitdaging! In die rond 30 jaar dat ik vakantie op de Lemelerberg vier ben ik tegen steeds meer boeiende verhalen aangelopen, meestal bij toeval. Maar er is nog veel te ontdekken over en rond (in willekeurige volgorde):
    1. Oorsprong en doel van de parallelle wallen op de Zuidhelling van de Lemelerberg.
    2. Landweren, landheggen, landgraven, stadhagen, kiekebelten en dergelijke in de regio.
    3. Sprookjes en andere etymologische verhalen.
    4. Veldnamen (zoals Nevelpol).
    5. Dialecten en wat daar mooi aan is.
    6. Streekverhalen uit diverse bevolkingsgroepen en immigranten.
    7. Idem over landverhuizers naar bijvoorbeeld Amerika en Rusland.
    8. Welke politiek/historische voor Overijssel belangrijke gebeurtenis vond er een paar eeuwen geleden in herberg De Nieuwe Brug plaats?
    9. Wat heeft de ijstijd hier aangericht aan landschap, flora en fauna?
    10. Wat is rijm en rijp en wat heeft het met bomen gedaan? Wat is daarvan nog te zien?
    11. Waar ligt nog inktzand?
    12. Grote en kleine dieren des velds.
    13. Bos- en beemdbeheer.
    14. Vee- en schapenteelt.
    15. Diverse beroepen zoals hannekemaaiers en wichelroedelopers.
    16. Veldscholen; ijskelders; paviljoens.
    17. De geschiedenis van het kamperen.
    18. Meer over doodsaanzeggingen aan bijen en andere huisdieren en vee.
    19. De brandtoren of luisterpost achter het restaurant De Lemelerberg.
    20. De V2’s die bij Archem lagen en onder meer vanaf de Eelerberg werden afgeschoten.
    21. De V1-startglijbaan op de Haarlerberg.
    22. De 9 Engelandvaarders die bij Stegeren zijn geparachuteerd. Aan welke kant van de Regge is die opvouwbare militaire dienstfiets terechtgekomen en waar is ‘ie gebleven.
    23. Het huisje waarin Krishnamurti woonde als hij op zijn Sterkamp was.

    24. Onbekende verhalen uit kamp Erica en kamp Prins Bernhard bij Heeten.
    25. De zompenvaart zoals belicht in het museum te Enter. Hoe werden die stuwdammen precies aangelegd (ik begreep pas dit jaar dat het schip zelf een belangrijk deel van zo’n dam was en om de hoeveel meter moest die klus worden herhaald?
    26. Overtomen in Vecht en/of Regge?
    27. Zijn de jeneverbessen inheems op de Lemelerberg?
    28. Was een boerderij heel vroeger, vanwege de pen-en-gatverbindingen in het skelet, roerend goed (omdat ze makkelijk konden worden verhuisd) en wat betekende dat?
    29. Zijn de keukens van oude boerderijen vaak op dezelfde windrichting georiënteerd?
    30. Roept u maar!
    Hoe heb ik vroeger ooit tijd gehad om te werken?

    Like

  5. Uit Drenthe komt een reactie die een toelichting vormt op ’19. De brandtoren of luisterpost achter het restaurant De Lemelerberg.’, waar het de luisterpost betreft.
    Zie ‘Turen naar de vijand bij Echten’ op http://www.mysteriesvanhetreestdal.nl/verhalen/historisch/vijand . Dit nieuwe verhaal slaat op de latere koude-oorlogstijd.
    Interessant is wellicht nog te vermelden dat de Duitse radarposten in de oorlog al zo goed waren, dat de vijand bij de Slag om Arnhem de geallieerde vliegtuigen van diverse vliegvelden in het oosten van Engeland al kon ZIEN opstijgen, zodat er van verrassing geen sprake meer was onlangs andersluidende berichten. In de duinen nabij mijn woonplaats stonden 2 van die Mammut Geräte, waarvan er eentje de bijnaam Erika had. Toeval?

    Like

  6. Landweren: wallen en hoeken

    Aanvulling op de hierboven genoemde wallen en hoeken van 135 graden: “1935: nu staat ook het huisje met de hoefijzervormige zandweg erlangs in rood ingetekend; van het bij 1929 genoemde smalle reepje bos zijn nu nog slechts 3 ruitvormige plukjes bos over; daarvan ligt de meest linkse net onder de huidige kraal waar ’s zomers de schapen overnachten als ze op de zuidhelling lopen.” en
    “Zeer opmerkelijk zijn ook de identieke hoeken van ongeveer 135 graden die beide wallen maken.”

    Op http://www.historiekaart.nl [redactie: huidige link “http://www.globeassistant.org/earthconnector/kadaster/watwastoen”] is op de kaart van 1935 nog zo’n merkwaardige hoek van 135 graden (ofwel anderhalve rechte hoek) te zien en wel nabij het huisje van die andere katoenbaron op de Archemerberg. Ook zijn er op die oude kaart van die smalle reepjes bos te zien zoals destijds op de zuidhelling bij de huidige kraal. Die reepjes bos zijn inmiddels door de grote aanplant eromheen opgeslokt.
    Voor de liefhebber van Google Earth hier de coördinaten van genoemde hoek: 52 28 01.34 N 6 24 18.52 E
    Zo te zien ligt dat punt op het bijna oost-west lopende pad langs de Dikke Steen. Het valt op dat deze lijn hier niet precies parallel aan het kaartraster en daarmee oost-west loopt zoals bij die op de Zuidhelling wel het geval is.

    De verklaring van landweren voor de wallen op de zuidhelling spreekt me inmiddels weer minder aan en wel omdat deze lijnen zo geïsoleerd op de zuidhelling lijken te liggen en geen deel lijken uit te maken van een groter geheel. Alle naspeuringen hebben alleen nog maar opgeleverd dat er bij Ommen geen landweren zijn aangelegd, maar… we gaan door!

    Like

  7. Landweer en stadhaag

    Vervolg op bovenstaande reactie 4. op “Bos tussen twee evenwijdige wallen op de zuidhelling van de Lemelerberg?” op p=7142 over landweren en dergelijke.

    Inmiddels heb ik op Google allerlei aanverwante namen gevonden zoals: landheg, landgraaf, stadhaag, lanwer, lantert, landhegge, runneboom, ronneboom, draaiom, wacht, pasop, uitkijk, slaghekke, Slagman, Koerhuis, Koerkamp en Kiekebelt.

    Dieks Horsman mailde me terzake:
    Dag Geert, soortgelijke veidnamen komen wij geregeld tegen bij ons boerderijnamenonderzoek. Wat ‘De Stadshaghen’ betreft lees ik in het boekje ‘De Geschiedenenis van Ommen’, op bladzijde 16: ”Tussen de Vechtpoort en de rivier was een plein met bomen beplant hetwelk men De Haghen noemde. Steven ten Clooster had toestemming verkregen om aldaar een getimmerte op te richten. En zo werdt er ook al gauw buiten de muren gebouwd. Daar bevonden zich ‘De Stadshaghen’, ‘De Bijlenhaghen’ en ‘De Kloosterhaghen’. Het waren terreinen waar de Burgers wandelingen konden maken”. Nu nog kennen wij hier ‘De Stadshaghen’ als een groot wooncentrum met zes verdiepingen net buiten de Stad.

    Tot zover Dieks. Wat ik tot dusver op Google in de literatuur over landweren in of rond Ommen heb gevonden, geeft aan dat die er niet zijn geweest. Toch hebben we op de Zuidhelling die nog niet verklaarde evenwijdige wallen en in en rond Ommen die bijzondere aanverwante namen. Als we die laatste nu eens met een stip op een kaartje zetten, zouden daar dan wellicht toch nog rechte en lange lijnen uit blijken? We gaan door!

    Like

  8. . Meer zoektermen: houtwal, elzenhaag, elzensingel, wildwal, wildgraaf, graft, eswal, IJsselheggen, vlechtsporen.

    . Wie wel eens een eenzaam rijtje van een paar bomen midden in een weiland heeft zien staan, kan wellicht hier ontdekken wat die daar doen en deden. Verder googlend op landweer gaf de landschapswacht rapportage augustus 2009 “Landschap verdwijnt – Nederland verliest zijn gezicht” nieuwe woorden en inzichten:

    -p5- Het Nederlands cultuurlandschap is onlosmakelijk verbonden met menselijk handelen, wat al terug te vinden is in de taalkundige ontleding van het woord landschap. Land staat voor omheind, door een heining, heg of hek, omsloten gebied, ofwel een omheinde plek in de woeste natuur. Schap is gerelateerd aan scheppen ofwel het maken van iets. Landschap betekent dus letterlijk de in cultuur gebrachte omheinde ruimte.
    – Nabij Wageningen zijn nog resten te vinden van de zogenaamde wildgraaf. De wildgraaf is een vrijwel aaneengesloten systeem van aarden wallen, dat liep van Meulunteren naar Wageningen. Het werd aangelegd als bescherming van de landbouwgronden tegen vraat en vernieling door het wild en geweide vee op de woeste gronden. Vermoedelijk is de wildgraaf in de loop der tijden gegroeid uit lokaal aangelegde wildwallen die al dan niet met elkaar verbonden zijn. Het deel van de wildgraaf tussen Wageningen en Hoekelum vormde in 1570 al een aaneengesloten structuur. – Uit kaartmateriaal blijkt dat de wildgraaf al in de 16e eeuw de meest oostelijke begrenzing vormt van de Wageningse Eng. De wildgraaf bestond oorspronkelijk uit een aarden wal met een steile wand en een greppel aan de zijde van de woeste gronden. Aan de zijde van de landbouwgronden bevond zich een flauw aflopend talud. Op de wal stonden opgaande bomen en struiken. Mogelijk, maar niet zeker, heeft op (delen van) de wildwal een afrastering gestaan in de vorm van palen met planken of –waarschijnlijker- gevlochten hakhout.
    – Op de hogere zandgronden werden weides van akkers en wegen gescheiden door houtwallen. De wallen werden opgebouwd met zoden en plaggen of met de grond uit ontginningssloten. Sinds lange tijd bestond het beheer uit hakhout, waarbij hier en daar een boom de kans werd geboden tot volwassen hoogte uit te groeien. Dit waren vooral eiken, beuken en essen. Deze bomen dienden als bouwhout voor boerderijen, stallen, bruggen en weidehekken.
    -p22- Buiten Zuid-Limburg zijn graften uiterst schaars. In het Filosofendal in de natuurreservaten van De Duivelsberg aan de rand van de stuwwal bij Nijmegen en aan de Grebbeberg nabij Rhenen in de Provincie Utrecht bevinden zich nog graften. – Vermoedelijk zijn in de vroege middeleeuwen de hellingen ontgonnen tot bouwland. Deze vroege boeren zullen de enorm gevoelige bodem na een regenbui al snel langs de hellingen zien afglijden. Effectief hiertegen was de aanplant van een dichte heg, met planten als sleedoorn en meidoorn. Materiaal dat van de helling afkwam, werd door de heg tegengehouden. Doordat aan de onderzijde weer materiaal wegspoelde ontstonden terrassen, die van elkaar waren gescheiden door een steilrand. Deze steilrand wordt een ‘graft’ genoemd.
    -p28- Ten noorden van Varsseveld langs de Twenteroute zijn nog enkele houtwallen en elzensingels aanwezig. Ze maakten ooit onderdeel uit van het uitgestrekte coulisselandschap in de achterhoek.
    -p30- Langs de IJssel zijn nog restjes van de laatste oorspronkelijke IJsselheggen aanwezig. Tevens waren meer landinwaarts heggen als veekering aanwezig, waarvan ook enkele resten bewaard gebleven zijn, zoals in de omgeving van Doesburg.
    -p34- Vanaf de 9e eeuw werden rond de dorpen in de Achterhoek uitgestrekte essen ontgonnen. Essen zijn de eerste akkerbouwgebieden die mensen rond hun woonplaats op de wildernis veroverden. De essen werden aangelegd op de wat
    hogere en dus drogere delen. Om deze kostbare akkers te verdedigen tegen wilde dieren, werden ze omwald. Aanvankelijk zullen de eerste eswallen uitgerust zijn geweest met een gevlochten takkenscherm. Onderwijl werd de esakker gaandeweg steeds hoger omdat op de akker mest, plaggen en huishoudelijk afval werd aangebracht om de vruchtbaarheid van de akker te behouden. Zo groeide een esakker door de eeuwen heen de hoogte in, waardoor de wal aan de esakker zijde geleidelijk werd bedolven. De houten gevlochten schermen werden in de loop der tijd vervangen door levend hout dat eveneens gevlochten werd. Uiteindelijk, toen het grote wild verdwenen was, deden de eswallen dienst als houtleverancier met een ondergroei van hakhout en hier en daar een overstaander. Sommige essen zijn zelfs 1000 jaar oud.
    -p36- Op de hogere zandgronden werden weides van akkers en wegen gescheiden door houtwallen. De wallen werden opgebouwd met zoden en plaggen of met de grond uit ontginningssloten. Sinds lange tijd bestond het beheer uit hakhout, waarbij hier en daar een boom de kans werd geboden tot volwassen hoogte uit te groeien. Dit waren vooral eiken, beuken en essen. Deze bomen dienden als bouwhout voor boerderijen, stallen, bruggen en weidehekken. [Wist u dat Drentse hekken vanouds openen in de richting van het dorp waar ze bijhoren? -gb]
    -p40- Langs de Lapeerseweg in de gemeente Leusden sloeg een boer in de jaren 80 tegen de stroom in een geheel andere weg in. Op de randen van al zijn percelen plantte hij dertigduizend elzen aan. Rond zijn drassige weilanden stonden vroeger ook elzenhagen. ‘In de Tweede Wereldoorlog hebben ze alles plat gebombardeerd. De Duiters hadden schootsveld nodig in de Gelderse Vallei. En wat er nog stond is later tijdens de ruilverkavelingen weggehaald.’, aldus de boer. Inmiddels is de boer naar Frankrijk verhuisd, op zoek naar het geluk. De weilanden verpacht hij, maar over de elzenhagen houdt hij graag zelf zeggenschap: het zijn zijn parels. ‘Als je ziet hoeveel bossen en bomen wereldwijd worden gekapt, dan krijg je het er benauwd van. Daarom heb ik er duizenden aangeplant.’
    -p44- Het Drentse landschap was in de tijd van de hunebedbouwers al voor een deel in cultuur gebracht ten behoeve van de landbouw. En ondanks ruilverkavelingen, en sinds de laatste tijd helaas ook hier de explosieve groei van steden, dorpen en wegen, kan het eeuwenoude landbouwverhaal in Drenthe voor wie wil nog altijd begrepen worden. Eswallen spelen in dit verhaal ook een rol.
    -p46- Van houtwallen in Normandie, Ost-Friesland, Sleeswijk-Holstein en Engeland is bekend dat de houtige begroeiing werd en nog steeds wordt gevlochten. Bewijs van vlechten op houtwallen werd ondanks veel speurwerk in Nederland niet doorslaggevend geleverd. Een vaag spoor in de Friese wouden en een oeroude vreemd gevormde eik nabij Westerbork waren de eenzame mogelijke getuigen. Naast Friesland hebben Drenthe en Overijssel nog de meeste houtwallen. En ook al was de hoop op het vinden van enig bewijs omtrent vlechten op houtwallen vrijwel geheel vervlogen, toch hield de Landschapswacht haar ogen open. Op een van deze tochten viel nabij Roden ons oog op onmiskenbare vlechtsporen op een houtwal. Het betrof allemaal eiken die in niets afweken van bekende sporen in Oost-Friesland, Engeland en Sleeswijk-Holstein. De sporen zijn oud, soms zelfs al door en vermolmd.

    . We gaan dus door… Voor de liefhebber heb ik een langer document.

    Like

  9. over punt 19.’De Brandtoren of luisterpost op de Lemelerberg’. In de zomer van 1946-47 was ik ‘brandwacht’ op die Toren.Bij brand melde ik dit aan de houder van het Rest. de heer H.de Jager dit doorgaf aan de Brandweer in Ommen.In deze Toren was geen luisterpost.Wel stonden er vanaf juli 1940,100 m. oostwaarts van de Toren enkele houten barakken van de Duits Luchtwchtpostmacht ,waar een kleine groep Duitse militairen bivakkeerden.

    Like

  10. Englandspiel – Stegeren
    . De hierboven in reactie 4. achter 22. bedoelde fiets wordt ook genoemd in de map Oorlogsdocumenten van OudOmmen in de het Archief van Jan Lucas in Map05 – Neergestorte vliegtuisen – Bestand 1/12 1940-1945 Neergestorte vliegtuigen in en rond Ommen:
    – 08-11-41 Stegeren – Fiets aan parachute gevonden. Fiets behoorde toe aan Lauwers en Taconis. Zie noot 2.
    – Noot 2. Zie blz. 66 van Englandspiel” van Jelte Rep. In de nacht van 7 op 8 november 1941 werden de geheim agenten Huub Lauwers en Thijs Taconis in de buurtschap Stegeren gedropt. Om welke reden dan ook kwamen zij niet op de gewenste plaats neer en ook de fiets die met hen uit het vliegtuig was geworpen, kwam niet op de goede plaats neer. Pikant detail is dat door de arrestatie van Lauwers het zogeheten Englandspiel op gang is gebracht, wat uiteindelijk tot de dood van een groot aantal Nedelandse geheim agenten heeft geleid.
    . Zou het procesverbaal van die vondst nog te vinden zijn?

    Like

  11. Nieuwe visie op de oorsprong van de wallen op de Zuidhelling van de Lemelerberg

    Op http://overijssel1880-1930.blogspot.com/2009_12_01_archive.html [Overijssel – Plaatsbeschrijvingen 1880-1930] staat precies halverwege naar beneden naar het einde van deze lange tekst een Chromotopografische kaart des Rijks 1:25.000 (ca. 1903) van onder meer ‘onze’ wallen, waarbij het lijkt alsof deze vanaf linksonder bij De Zonnebloem zijn begonnen, want ze houden in de buurt van Drieling schijnbaar zo maar ineens op. Ra ra… wie of wat zat daar achter?
    . Interessant is ook dat er toen wel zo’n 10 schaapskooien rond de Lemeleres stonden. Waarom zoveel? Hoeveel herders waren er toen? Of liep een herder twee keer per dag langs alle kooien en wist elk (geoormerkt?) schaap wel waar het thuishoorde om aan en af te haken? Hoe verhield zich dat tot de markegedachte?
    . Verder vallen op de vrij vele doorgaande oost-west-zandwegen over beide bergen; het begin van de bosbouw met van die rechthoekige percelen, waarbij in Het Zand kennelijk een meer natuurlijke ontwikkeling gaande is en de ingetekende schietstanden en schootsvelden bij de schietbanen in het Lage Veld.
    . Een enkeling zal zijn woonstee herkennen, zoals aan de Dalmsholterweg.
    . Het Giethemer Kerkpad heette vroeger Kerkkade en toen ging er nog een voetveer waar nu het (vaste) ophaalbrugje ligt.
    . Curieus is ook dat de Dikke Steen de kaartenmakers van toen kennelijk niet is opgevallen, of zou die wellicht nog ondergewaaid in het stuifzand hebben liggen te wachten op ‘ont’-dekking?
    . De Driesprong in Lemele was zo te zien inmiddels al wel een viersprong.

    Ach, zo’n kaart leest eigenlijk als een streekroman…

    Like

  12. Ik zit er misschien helemaal naast ,maar ik heb wel eens van mijn vader en opa gehoord dat er vroeger een spoorlijntje liep voor het afgraven van zand naar de steenfabriek aan het kanaal,misschien zijn het wel de dijkjes waar het spoorlijntje opgelegd werdt,er werdt bij verteld dat de paarden bij het afvoeren naar beneden op de karren stonden (door de zwaartekracht ging het naar beneden.

    Like

  13. Dankuwel, heer Seigers, voor deze zeer originele en aantrekkelijke gedachte!
    . Het lijkt me in ieder geval de eerste technisch zinnige verklaring voor het vloeiende verloop van de wallen, enigszins de hoogtelijnen volgend, maar dan zouden er in de buurt van de wallen graafsporen moeten zijn en die heb ik als zodanig nog niet herkend (wat niet alles zegt). Genoeg reden om straks nog weer beter en met open ogen onbevooroordeeld rond te kijken naar wat er wel niet allemaal te zien is.
    . Dat de bovenste wal in het verlengde van de Bergweg ligt, lijkt me ook een sterk argument voor deze optie! Nu kan ik me bij de vertakkingen van de wallen achter De Zonnebloem weer iets meer voorstellen.
    . Ooit heb ik gehoord dat er een spoorlijntje liep naar het bijna drooggevallen bronnetje nabij het hoogste punt van de Zuidhelling (waar nu veel hoge berken staan) en daar heb ik vroeger ook nog een paadje van achter elkaar liggende enkele spoorbiels gezien, die nu evenwel uit zicht zijn verdwenen door de voortschrijdende verlanding. Bij die bron zijn wel duidelijke graafsporen (vermoed ik).
    . Ook heb ik me wel eens laten vertellen dat er een spoorlijntje liep tussen de zandafgraving aan de rand van en het huisje op de Zuidhelling waar ik jaarlijks met zoveel genoegen vakantie vier, maar daar lijkt me de vrij steile helling een technisch probleem.
    . Dat er vanaf die zandafgraving een lijntje naar het kanaal heeft gelopen lijkt ook plausibel. Is het huisje, dat naar verluidt als bouwpakket per schip uit Zwitserland kwam, niet daarlangs naar boven gereden, maar… zie boven.
    . Ik zie het overigens wel voor me… die paarden, uitrustend op weg naar beneden; wat zullen ze daar een goed gevoel bij hebben gehad. Dat moet een prachtig en apart gezicht zijn geweest, dat vast wel eens op een foto is vastgelegd!?
    We gaan door…, hopend op meer herinneringen!

    Like

  14. Geachte heer Bakker.
    In het boek ,,De geschiedenis van Lemele Rond Kerk en Erf,, wordt ook geschreven over een kleiafgaving voor tichelfabriek ,misschien geeft dit nog enige aan wijzingen.

    Like

  15. Geachte heer Seigers,
    Opnieuw zeer bedankt voor uw reactie! Naar dat boek ga ik zeker op zoek.
    . Goed dat u dit punt van de klei noemt, want een van de vele raadselen (voor mij) rond de Lemelerberg is nog steeds (na al die jaren!) waar de leem werd gewonnen die Lemele wellicht zijn naam gaf. Het antwoord hoort ook thuis bij punt 9. van bovenstaande reactie 4.
    . Tot dusver heb ik steeds begrepen juist NIET uit de grote ‘Zand’kuil (zie het kaartfragment; daar lag vooral prima metselzand voor het opscheppen, naar ik me heb laten vertellen) aan de zuidrand van de berg, maar waar dan wel?
    . Van school heb ik onthouden dat de fijnste deeltjes zoals klei, leem, zavel en löss (door de wind) het langst en dus het verst door het (smelt)water van een gletscher werden voortgedragen en het laatst werden afgezet, dus aan het eind van de morene die de zuidhelling eigenlijk is.
    . Of waren het her en der over Lemeler- en Archemerberg verspreide kleinere voorkomens van leem en klei?
    . Zowel voor de vroegere tichelarij op Drieling als de verbinding van de berg met het kanaal zal het vinden van de tracees van het toenmalige smalspoor over de zuidhelling waarschijnlijk veel verduidelijken. Die moeten toch nog ergens in een of ander archief te vinden zijn!?
    Wie weet hoe het precies zit?

    PS: Nog een inmiddels gerezen aanvullende vraag over het mogelijke smalspoor op onze wallen: hoe valt te verklaren dat die lijnen op oudere kaarten ophouden in de buurt van Drieling. Je zou toch eerder denken dat ze daar zouden beginnen?

    Like

  16. Geachte heer Bakker,ik leg het idee van de spoordijkjes even terzijde,ik heb als grote hobby Genealogie,niet alleen namen en data vergaren,maar ook er achter komen ,hoe,en waar en de omgeving mijn voorouders hebben geleefd.(ik ben geboren op de Lemelerberg) Mijn ouders hebben in de jaren 1945-1951 in Tubbergen op het landgoed Baasdam gewoond,over dit landgoed heeft Jan Wigger archivaris HCO Zwolle een boekje geschreven,hij heeft het ook over een landweer,ik citeer:Zo,n landweer bestaat uit twee naast elkaar gegraven greppels.Met het vrijkomende zand werd het tussen gedeelte opgehoogt waardoor er een wal ontstond.Daarop werd ondermeer slee- en meidoorn geplant,dus doeltreffende manier om het vee binnen te houden en indringers en wolven buiten te houden.Mijn vrouw afkomstig van Goere-OverFlakkee,op dit eiland vooral de kop van Goere zijn bij Oudorp nog schurvelingen te vinden,deze werden op de zelfde manier gebouwd als een landweer,deze werden gebouwd om verstuivingen tegen te gaan,als bescherming voor vee,en om te laten zien als eigendom.Tevens werden deze schurvelingen ook uitgemijnd (uitgraven).Onder de zandlaag lag een kleilaag, deze werdt naar boven gehaald en de zandlaag eronder zodoende kreeg men vruchtbare grond.De schurvelingen werden zo hoog dat men hier en daar laddertjes moest plaatsen om er overheen te komen,deze werden beplant met slee- en meidoorn.Je haalde in een van je vorige reacties al aan dat de Lemelerberg kaal was alleen voorzien van heide,dit was het zelfde met de Hellendoornse en Holterberg, er werdt namelijk gebruik gemaakt van schaapskudden en er werdt volop geplagt,toen de boeren gebruik gingen maken van kunstmest werdt er niet meer geplagt en het aantal schaapskudden namen in omvang behoorlijk af,de heidevelden werden bebost om zandverstuivingen te voorkomen.Dit alles te overzien denk ik dat we op de berg toch te maken hebben met een landweer.

    Like

  17. Geachte heer Seigers,
    . U noemt als laatste ‘landweer’ en zo is de cirkel rond en zijn we weer aangeland bij dit idee dat mij al eerder van een pelgrimsvriend uit Ootmarsum gewerd.
    . Toch trekt mij uw suggestie van een smalspoor om al hierboven genoemde redenen meer aan, maar we moesten er in november op de berg met een goed glas voor de haard maar eens verder over wikken en wegen.
    . Bij de gedachte aan een landweer bekruipen mij nog steeds prangende vragen als: wat viel er op de Zuidhelling te weren, in welk groter lokaal of regionaal systeem zouden deze 2 kaarsrechte lijnen kunnen passen, waarom 2 wallen, waarom precies 130 meter uit elkaar, waarom steeds zo nauwkeurig parallel, maar vooral: waarom zijn ze kennelijk –voor een ieder zichtbaar- nooit beplant geweest? Dat is nou typisch voor landweren!
    . En dat laatste argument noemt u met enige nadruk ook bij de schurvelingen. De volgende keer dat ik in de buurt van Oudorp kom (ik ga af en toe met een bevriende antiquaar op boekenjacht door de regio) kom, zal ik er nog eens met verstand van nu naar kijken en m’n boekenvriend, die uit Zeeland komt, er over uithoren.
    . Inmiddels dank ik u hartelijk voor uw inbreng in deze buitengewoon intrigerende discussie die ook dankzij u steeds mooier en interessante wordt!
    . Voor mijn gevoel van nu ligt de oplossing wellicht in het zichtbare feit dat de bovenste wal heel precies in het verlengde van de Bergweg ligt, maar…
    We zoeken door!

    Bovenste wal op de Zuidhelling

    Like

  18. Geachte heer Bakker,
    Bij het zien van de foto,s ga ik ook weer twijfelen,mijn vader en opa hebben ons(kinderen)duidelijk aangewezen dat daar in vroeger tijden smalspoor had gelegen.Alles bij elkaar wordt het een leuke discussie.Is er niemand van de oud inwoners van Lemele die daar nog iets over weet? Ik ben zelf ook al met pensioen,dus de oudere garde leeft ook bijna niet meer,en je bent altijd te laat om iets te vragen.Ik wacht verder af welke reactie of er op ons af komt

    Like

  19. Voor een ieder die meer wil weten over landweer, haaymeten of schurvelingen raad ik aan om het boek te lezen ,, Van Westvoorne tot St.Adolfsland ” historische verkenningen op goeree-overflakkee,in de tweede hands boekwinkel of op internet nog wel te koop.
    http://www.demotte.nl/nieuws.htm – illustratie van Rien Poortvliet

    Like

  20. . Ja, kijk maar eens op boekwinkeltjes.nl
    . Nu net van het net geplukt:
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Schurveling – Een bijzonder aspect van het Oudland van Goeree is dat het wordt gekenmerkt door zogenaamde schurvelingen: begroeide wallichamen die zijn aangelegd als perceelsscheiding.
    – Het probleem met het zand deed zich vooral aan de kust voor. Elders werden ook wel schurvelingen aangelegd door een greppel te graven en het zand in wallen rondom de akkers te leggen. Een schurveling gaat dan gepaard met een greppel. In Ouddorp en Goedereede is een greppel vaak afwezig.
    – De akker die begrensd werd door de schurveling werd vroeger in Ouddorp een ‘hameete’, ‘haymeete’ of ‘haygemeete’ genoemd. Dat is waarschijnlijk ook de oorsprong van de achternaam ‘Hameeteman’, die zijn oorsprong in Ouddorp en Goedereede heeft.
    http://www.demotte.nl/nieuws.htm – Heruitgave ‘Van Westvoorne tot Sint Adolfsland’ (10 september 2005) … Uiteindelijk is besloten om een paperback uitvoering van het eerste jubileumboek ‘Van Westvoorne tot Sint Adolfsland’ uit te brengen… Het boek uit 1979 (met omslag tekening van Rien Poortvliet) is al jarenlang uitverkocht en is ook in het antiquariaat nauwelijks meer te verkrijgen. Daar het boek wordt algemeen wordt beschouwd als een standaard werk in de geschiedschrijving van het eiland …
    – In de bundel met ondertitel ‘Historische verkenningen op Goeree-Overflakkee’ staan bijdragen van amateur en professionele historici, archeologen en bodemkundigen. De artikelen behandelen uiteenlopende onderwerpen als … ‘Van zand naar klei’ (K. Kastelein), ‘De haaygemeten op Goeree en het uitmijnen daarvan’ (Hans Klepper)…

    Like

  21. Beste Geert, inderdaad komt het boerderijtje wat mijn ouders Albert Horsman en Aaltje van Ulst kochten in 1915, vóór op de kaart van de Hist.Atlas Ov.{1903}.
    Gebouwd in 1901 door een boerentimmerman Hendrik Huisjes voor zijn zoon Derk die in april 1902 trouwdw met Johanna Hogenkamp, die drie maanden na het huwelijk is overleden. Vier jaar later hertrouwdw Derk met Hendrikje Posthuma, hun dochterje werd bij de geboorte verlost met de ‘Keizersnee’, zij kreeg als tweede naam Caesarina,afgeleid van Caesar,{KEIZER}.Dit meisje werd maar zes maanden.Zeven jaar daarna werd het tweede meisje geboren,maar drie weken daarvoor stierf de vader,Derk.Ook zii kwam met de ‘Keizersnee ter wereld en kreeg de namen Derkje Caesarina,zij overleed toen ze één jaar was op 21 april 1914 en toen was ze al wees want haar moeder stief kort na haar geboorte. Een heel triest verhaal.Mijn ouders kwamen daar te wonen op 1 maart 1916. zij woonden er zeven jaar, toen lieten ze een niuwe boerderij bouwen in 1923, waar wij nu nog wonen.

    Like

  22. Geert,in punt 27 vraag je;Zijn de jeneverbessen op de Lemelerberg inheems?
    Ja,ik lees in een verslag van de Oranjebond over de begroeiingstoestand die direct na de aankoop van Park 1813 werd aangetroffen.’De hoofdvegitatie bestond uit heide, waarin als karakteristieke begroeiing verder de jeneverbes talrijk voorkwam. Verder mogen wij aannemen dat met name op de enigzins leemhoudende gronden wel wat eikenstruiken hebben gestaan. Vliegdennen zullen waarschijnlijk wel een uitzondering zijn geweest’.
    Het is opvallend dat de jeneverbesstruiken op de hele Berg in totaal willekeurige volgorde staan opgesteld.

    Like

  23. “Het is opvallend dat de jeneverbesstruiken op de hele Berg in totaal willekeurige volgorde staan opgesteld.”
    . Ja, Dieks, dat viel mij ook op toen herder Teun me vertelde dat zijn vader bij de aanplant van jeneverbes op de Zuidhelling betrokken was.
    Maar, je hebt me weer op een goed spoor gezet, met als resultaat een nieuwe reeks boeiende artikelen over jeneverbos en Oranjebond en aarden wallen (in willekeurige volgorde):
    http://www.cubra.nl/tilburgsdialect/pierrevanbeek/heemkunde61thulder.htm – Roovertse Baan
    http://www.ugchelen.org/willemsbos – Willemsbos
    http://www.provincie.drenthe.nl/thema/bodem/aardkundige-waarden/projecten/drouwenerzand-eerste – Drouwenerzand – het eerste Aardkundige Monument – Een kenmerkende struik in stuifzanden is de jeneverbes. Aan de oostzijde van het Drouwenerzand komen grote jeneverbesstruwelen voor.
    http://www.provincie.drenthe.nl/publish/pages/44914/folder_aardk_waarde_drouwenerzand_nl.pdf – Drouwenerzand nu – Veranderend inzicht – Door de breedheid van herkenbare aardkundige verschijnselen en door de nog steeds goed zichtbare samenhang met cultuurhistorie en natuur, is het eigenlijk heel logisch dat het Drouwenerzand is gekroond tot het eerste aardkundige monument van de provincie Drenthe! http://www.drenthe.nl/aardkundigewaarden
    http://www.noorderbreedte.nl/pdf/85201.pdf – De weg Gasselte-Drouwen-Borger werd regelmatig overstoven. Er werden hoge aarden wallen opgeworpen langs de weg, maar dit had niet het gewenste resultaat en ook delen van de essen werden overstoven. De aarden wallen waren in 1898 weer geheel verdwenen en elke dag werd het zand van de weg geschept.
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Drouwenerzand_%28natuurgebied%29 – Informatie object aardkundig monument – Het Drouwenerzand op de topografische kaart van 1899
    http://www.drentslandschap.nl/NatuurEnLandschap/Terreinen/19Drouwenerzand.aspx – Het Drouwenerzand is een van de weinige terreinen waar nog natuurlijke verjonging van Jeneverbessen optreedt.
    http://www.vooroma.nl/printdocumenten/wandelroutehetdrouwenerzand.htm – Sommige stukken van het bos zien er nog uit als de ‘sparrenakkers’ van vroeger, maar steeds meer bos krijgt het karakter van het open ‘Stuifzandbos’ dat ‘Het Drentse Landschap’ in zijn beheer voor ogen staat: een bos waar de natuur zich zonder hulp kan redden!
    . We gaan door…!

    Like

  24. . De hierboven in reactie 5. onder 2. genoemde zoekwoorden in relatie met ‘landweer’ is intussen al uitgebreid tot: draaiom, kiekebelt, koerhuis, koerkamp, landgraaf, landheg, landhegge, landweer, lantert, lanwer, pasop, ronneboom, runneboom, slaghekke, slagman, stadhaag, uitkijk, wacht en als laatste van vandaag met: weergraaf [iets wat je graaft om je te verweren].
    – ‘De Middeleeuwse ontginningsperiode ging gepaard met de aanleg van een aantal verdedigingswerken: Oude graaf, Nieuwe graaf, Weergraven. Dit zal uiteindelijk zoals elders in Limburg leiden tot het graven van een aantal schansen; Voorshoventer schans, Dorperschans.’
    Bron: http://www.dbnl.org/tekst/sege010wate01_01/sege010wate01_01_0001.php :
    – ‘Veldnamen, bosnamen en waternamen zijn de drie hoofdgroepen, die de grondslag vormen van een zeer groot deel van ons plaatsnamenbestand. De veldnamen zijn een onoverzienbare massa van homogene, in wezen laatmiddeleeuwse namen, die in de tweede helft van onze eeuw langzaam uitsterven. De waternamen daarentegen zijn levenskrachtig en strekken zich in een serie van over elkaar liggende lagen uit over een paar duizend jaren. Ofschoon de studie van de waternamen of hydroniemen rijke vruchten kan dragen bv. voor de vestigingsgeschiedenis en de taalgeschiedenis, toch bestaan er heel wat minder studies over hydroniemen dan over veldnamen.’

    Like

  25. Ik ga mij even weer met de (erg leuke) discussie bemoeien.Jeneverbes struiken zijn aangeplant,reden:om zandverstuiving te tegen te gaan,dit heeft ook stellig op de Lemelerberg plaats gevonden.Ik lees in het boek ,, Het kerkdorp Hellendoorn in vroeger eeuwen” door A.Pontsteen ,,dat er in 1789 weer een nieuwe bestrijdingsmethode is mede goed gevonden om den Heer Erfmarkenrigter te qualificeren dammer of geneverbes te planten met kluit te steken en elders in de marke aan te brengen” Men had toendertijd heel veel last van zandverstuivingen,oorzaak hiervan was dat men ging plaggen maaien, schadden en steken(de boeren moesten kunstmest hebben),daarna moest de heide 6a7 jaar met rust gelaten worden en dat gebeurde niet,de jonge aanplant werdt kapot getrapt door het vee en de wind kreeg vat op de vegetatie en het ging verstuiven,de zandverstuivingen,dit speelde zich af in de Hellendoornse Marke ,maar zal ook op de Lemelerberg en wijde omgeving een grote rol hebben gespeeld.Een boer moest toendertijd om 1 ha grond te bemesten 15 ha heideplaggen uit strooien over zijn akkers(de oorzaak van de bolle essen).Dat is ook de oorzaak dat de Overijselse Heuvelrug alleen uit heide bestond.Later kregen de boeren kunstmest en kon de bebossing plaats vinden(deels ook om de verstuivingen tegen te gaan).Maar over de twee evenwijdig lopende dijkjes(van Geert) is nog geen bevredigend antwoord.

    Like

  26. “Maar over de twee evenwijdig lopende dijkjes […] is nog geen bevredigend antwoord.”
    . Nou, Seine [als ik u inmiddels zo mag noemen]…, voor m’n gevoel komen we toch iets dichterbij en wint uw idee [zie onder 20. hierboven] van een smalspoor naar Statum terrein, vooral als je de prachtige nieuwste foto’s van Tjeerd bekijkt op http://www.oudommen.nl/gallery/index.php/Dorpen-Buurtsch/Lemelerberg-Zuidhelling
    . Binnenkort meer over Klein Statum.
    We gaan door…

    Like

  27. Een reactie over de Nieuwe Brug, stelling nr.8
    In1391 lag was deze brug er al (100 jaar eerder dan de Hessel Mulert Brug in Ommen.In 1391 verleende Bisschop F.van Wevelinckhoven tolvrijheid aan ‘ De Nijebrugge’,beroemddoor de vele vergaderingen van Ridderschap en Staten van Overijssel w.o.ook Twente, Salland en het Land van Vollenhove.Reeds in 1482 wordt aan Hasselt bericht dat zij verzocht worden, een deputatie te sturen naar de’Nije Brugge. En in 1499 worden daar belangrijke besluiten besproken van de Rijksdag in Worms. Ruim 20 jaar later speelt zich daar een ander toneel af.
    Zwolle en Kampen hebben onderling ruzie en de Bisschop van Utrecht roept Ridderschap en State bij elkaar om de rust te herstellen. De Zwollenarendie dit gewaar werden, gingen te voet en te paard naar de Nije Brugge en omsingelden onverwachts de vergaderplaats, 3 edelen werden geboeid en mee naar Zwolle genomen. Ook bij de beraadslagingen over het afzweren van de koning van Spanje in1556 vergaderde men ook daar. De ‘weerd in de Nije Brugge heeft zich de eeuwen door in een uitgebreidde klandizie mogen verheugen’.En dat is heden ten dage nog steeds het geval.

    Like

  28. Beste Geert Bakker en andere belangstellenden.
    Probeer bij de tweedehands boekwinkels het boek te pakken te krijgen ,, Het Kerkdorp Hellendoorn in vroeger eeuwen” Door A.Pontsteen.Hier in beschrijft hij het boerenleven van eeuwen terug,er zal tussen het boerenleven uit Hellendoorn en Lemele pracktisch geen verschil hebben gezeten,het is een kostelijk boek met heel veel informatie.

    Like

  29. Streektaal – een eerste verkenning ter begrenzing van het onderwerp vanuit punt 5 van die lange lijst op http://www.oudommen.nl/?p=7142#comment-1290 hierboven:
    . ‘Dialecten en wat daar mooi aan is.’
    . Vanochtend ontdekte ik dat Wikipedia, waar we hier al zoveel uit putten, ook streektaalvarianten heeft in onder meer het Sallands, het platduuts en zelfs het platte duuts van de Mennonieten [waarover later meer]. Ik wist al wel dat we rijk zijn met onze (streek-)talen en dialecten, maar niet dat die rijkdom zo groot is en dat het meeste zo makkelijk te lezen is! Gaat er al iemand met een recordertje rond, zoals mijn vader dat vele jaren geleden in Appelscha deed toen Philips met zo’n draagbaar bandopnameapparaatje uitkwam?

    http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Veurblad – “Welkom bie de Nedersaksische uutgave van Wikipedie, een encyclopedie in een bulte talen waor iederene an mee kan doon. Disse uutgave besteet vanof 24 meert 2006 en hef 4.424 artikels. De Nedersaksische Wikipedie geef infermasie in ’t Nedersaksisch van Nederlaand en de Duutse grensstreek. Hier ku-j as nieje gebruker meer lezen.”
    http://nds.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:H%C3%B6%C3%B6ftsiet – “Willkamen bi de WikipediA dat fre’e Nakieksel, wo jedereen an mitwarken kann. 17.080 Artikels op Plattdüütsch.”
    http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Platduuts – t Platduuts is de noam veur n groep dialekten dij ien Nederlaand ook wel bekend stoan as Leegsaksisch. Offisjeel zain kommen baaide woorden nait overain ien betaikenen. t Platduuts is aal dialekten dij boven de Benrather linie liggen, behaalve t Leegfrankisch. Soamen mit t Leegfrankisch vörmt t Platduuts weer t Leegduuts.
    http://incubator.wikimedia.org/wiki/Wp/pdt/Plautdietsch – Dee Sproak Plautdietsch es eene Variaunt von Nadadietsch en es ver ewa 400 Joa en Wastpreisse manke Russlaunt-Mennoniete – uck Menniste jenant – entstone. Vondoag rede onjefea eene haulwe Miljoon Mensche oppe gaunze Welt Plautdietsch aus Muttasproak. – Plautdietsch es een Dialekt ute nadadietsche Grupp mett eene besondre Sproak- en Migratioonsjeschicht en talt aus ejenstendje Sproak. Daut Nadadietsch litjent uck een bet no Enjlisch en Friesisch.
    http://incubator.wikimedia.org/wiki/Wp/pdt/Nadadietsch – Nadadietsch, ooda opp Dietsch: Plattdeutsch (en opp Nadadietsch: Nederdüütsch, Plattdüütsch) woare dee en Nod-Dietschlaunt vebreede Dialekte jenant. See tetjne sich doaderch ut, daut ahn daut Tweede Lud-Veschuwe fehlt. Daut es dee Haupt-Unjascheet jeajenewa dee dietsche Sproak. Dee nadadietsche Dialekte jehere to dee Grupp vonne kontinentale wast-germanische, dietsche en hollentsche Dialekte. Daut Nadadietsch litjent uck een bet no Enjlisch en Friesisch.
    http://incubator.wikimedia.org/wiki/Wp/pdt/Menniste – “Dee Menniste, uck Russlaunt-Mennoniete jenant, send een Voltj, woont ute weltwiede Jemeinschauft vonne Mennoniete staumt en eene lange Migratioonsjeschicht haft. Dee Menniste habe tjeen ejnet Launt en lewe oppe gaunze Welt vestreit – foaken en Kelniee. Jeweenlich woare een poa Sproake paraleel jebruckt, Plautdietsch es jeweenlich dee eschte Muttasproak bie dee ca. 500.000 Menniste vondoag.”

    . Zijn onze historici die de Rusluie-connectie vanuit Vroomshoop c.a. onderhouden ook met deze “Menniste, uck Russlaunt-Mennoniete jenant” in contact gekomen?

    http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Nedersaksisch_A – door die laatste A te vervangen gaat u naar het betreffende hoofdstuk. Zie ook helemaal onderaan op deze site bij het Nedersaksisch woordenboek A – B – C – D – E – F – G – H – I – J – K – L – M – N – O – P – Q – R – S – T – U – V – W – X – Y – Z.
    http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Sallaanse_t%C3%A4%C3%A4lwiezer – Sallaanse taalwiezer – Oet Wikipedie, de vraaie enzyklopedie (deur-estuurd vanof “Sallaanse täälwiezer”) – Dit is de Sallaanse taalwiezer van Wikipedie. ’t Is bedoeld um de Sallaanse variaanten van ’t Nedersaksisch te beskrieven en zo sprekers en niet-sprekers van de Sallaanse dialecten te laoten zien en ’t ze eventueel te leren. Dingen die-j ier vienen kunnen bin woordenliesten, grammatica, uutspraoke, spelling en uutdrukkingen. – Info veurof – ’t Sallaans wört espreuken in de Nederlaanse pervinsie Overiessel, en wel in een diel van de regio Sallaand. Daoronder valen de dörpen Ellendoorn, Nijverdal en Olten die vandäge de dag een nauwe baand mit Twente emmen. Värder praoten ze in Kampen en in de umgeving van Kampen ok Sallaans. In de Kop van Overiessel praoten ze gien Sallaans mär Stellingwarfs.
    http://nds-nl.wikipedia.org/wiki/Sallaand – Sallaand – Oet Wikipedie, de vraaie enzyklopedie – Sallaand is een laandstreek in ’t centrale diel van de Nederlaandse pervincie Oaveriessel. In dizze laandstreek oaverweegt laandbouw en veeteelt.
    Ligging

    Sallaand in 1757 – Sallaand lig tussen de Veluwe in ’t westen, daoras de grèenze diels evörmd wördt deur de Iessel; ’t Möppelerdiep en de grèenze mit Drenthe in ’t noorden; Duutslaand en Twente in ’t oosten en de Achterhoek in ’t zuden. – Wat of precies bi’j Sallaand heurt, zet niet iederiene gelieke. Bi’j de gemientelijke herindielings in 2001 bint gemienten die historisch mit Sallaand verbunden bint bi’j Twentse gemientes edaone. Now heurt ze bi’j de deur de oaverheid edefinieerde Regio Twente. Dit betreft Hooltn (now diel van de gemiente Riesn-Hooltn) en ’n Ham (now diel van de gemiente Twenteraand). Deur de industriële en commerciële betrekkings mit Twente en de ligging ten oosten van de Holterbarg is de gemiente Heldern al in de twintigste ieuw op Twente anetrökken.
    . Wat een weelde!

    Like

  30. In het boek,,De geschiedenis van Lemele Rond Kerk en Erf ” door G.Warmink schrijft deze in het hoofdstuk,, De Tichelerij,,
    In 1840 koop Carl Godefroi De Moen aan de Ledeboerweg in Lemele grond om er een steenpannen en tichelfabriek te beginnen,welke later bekend staat als de “Tichelarij”.
    Onder de naam De Moen en Compagnons begint hij deze fabriek samen met:
    Ds. van Raalte,predikant te ommen ,die getrouwd was met Johanna de Moen.
    Dirk Blikman Kikkert.
    Elias Ravenhorst uit Ommen.
    De plek waarop deze steenfabriek stond kreeg later de naam “De Drieling”.
    De pannen-en tichelovens stonden verderop aan de Ledeboerweg richting de “Diepe Kuil”.
    (Deze fabriek verleende aan ongeveer 30 mensen werk).
    Er is nog een overblijfsel te zien.Roel Tempert heeft namelijk een van de gebouwtjes prachtig gerestaureerd (een monument voor Lemele).
    In 1848 verkoopt Carl Godefroi zijn aandeel in deze fabriek aan zijn zwager Ds.van Raalte. Wanneer deze in 1846 naar Amerika emigreert gaat de steenfabriek verder onder de naam “Firma Blikman Kikkert en Co” waarbij de beide overgebleven partners,Dirk Blikman Kikkert en E Ravenhorst de leiding op zich nemen.
    In 1855 wordt het Overijssels kanaal aangelegd en werd de steenfabriek verplaatst van de Ledeboerweg naar de Kingmaweg.
    Tot zover G.Warmink.

    Als ik zo mijn gedachten laat gaan over de twee ,,spoordijkjes,, en ik zie de fabriek staan,is het heel goed mogelijk dat de fabriek gebruik heeft gemaakt van smalspoor om de grondstoffen zand en klei aan te voeren.Per paard en wagen zie ik niet zo zitten,als men het gewicht van een m3 zand/klei weet dan is dat een heel gewicht,om per kar vervoeren,voorzien van smalle wielen in mul/rul zand is zelfs voor 2 paarden een hele opgave.Er werken ca:30 personen er zal dus een regelmatige aanvoer moeten zijn,in deze omstandigheden gezien lijkt mij een smalspoor een uitkomst,de volle karren gaan ook nog door de zwaartekracht gemakkelijker rijden.Misschien is er in de archieven van de voormalige fabriek(als deze aanwezig zijn )nog iets te vinden over deze materie.

    Like

  31. In het bovenstaande boek staan ook foto,s (uiteraard over Lemele) men kan hier ook goed zien hoe kaal de berg nog was,ook werdt er veel aan grindwinning gedaan t.b.v.aanleg kunstweg Hellendoorn-Ommen.

    Like

  32. ‘De plek waarop deze steenfabriek stond kreeg later de naam “De Drieling”. De pannen-en tichelovens stonden verderop aan de Ledeboerweg richting de “Diepe Kuil”. (Deze fabriek verleende aan ongeveer 30 mensen werk). Er is nog een overblijfsel te zien. Roel Tempert heeft namelijk een van de gebouwtjes prachtig gerestaureerd (een monument voor Lemele).’
    . Dag Seine,
    Nu wordt het extra interessant! Het aantal mysteries rondom Ommen neemt eerder toe dan af: eerst 2 kampen/woonoorden op de Besthemerberg, toen 2 V1-glijbanen nabij Twilhaar, toen 2 Statums aan het kanaal en nu 2 steenfabrieken (?) nabij Drieling? Het moet nou toch niet gekker worden, zou je als leek denken…
    . Zijn er werkelijk op 2 verschillende plekken 2 aparte fabrieken aan de Ledeboerweg geweest of stonden ze wellicht toch bij elkaar op Drieling (700m vóór de ingang naar de grote Zandkuil), waar het woonhuis wellicht die Dritte im Bunde war? Met andere woorden: was er eenheid van tijd, plaats en handeling?
    . De Eersteling staat in Lemelerveld naast het Heidepark in 1933 nog op de kaart maar in 1934 niet meer. Is deze Eersteling dezelfde als vermeld in http://www.oudommen.nl/?p=758 en is de daarin genoemde kogelvanger nog ergens op een kaart te zien?
    . Ik heb net op http://www.historiekaart.nl [redactie: huidige link “http://www.globeassistant.org/earthconnector/kadaster/watwastoen/”] tussen 1883 en 1935 gezocht naar veranderingen aan en om de Ledeboerweg:
    In 1909 is het bos tussen ‘onze’ twee wallen ineens verdwenen.
    In 1929 staan er aan de Ledeboerweg nabij de Zonnebloemweg opeens 2 rode stipjes op de kaart, 200m vóór de ingang naar de Zandkuil. Tegenover deze stipjes lopen 2 hier nog niet eerder genoemde wallen, waarvan zeker de linker ook nu nog heel duidelijk en opvallend, de berg op richting het huisje van baron Ledeboer gaat.
    Deze wallen staan nog niet op de foto op http://www.oudommen.nl/gallery/index.php/Dorpen-Buurtsch/Lemelerberg-Zuidhelling , maar misschien is dat een kwestie van tijd, als de maker weer eens in de buurt komt…?
    In 1935 is een van de 2 rode stipjes weer weg, staat het huisje van de baron op de kaart en is de hoefijzervormig lopende zandweg erlangs rood ingekleurd.
    . Al met al geen aanwijzing voor een 2e fabriek elders aan de Ledeboerweg… of zie ik zo langzamerhand dubbel?
    Seine, zou u nog eens in uw geheugen willen graven en wellicht het boek er nog eens op naslaan? Bij voorbaat dank! Geert

    Like

  33. Goede morgen Geert,
    Ik heb de gegevens ook deels van horen vertellen en deels uit de boeken.
    Ik bezit een kaart uit 1896 (druk) verkend in 1883, hierop staat de ,,Drieling,, duidelijk aangegeven met drie rode stipjes,links van de Drieling staat nog een rood stipje,de(beroemde) dijkjes staan er ook op.Na opening van het kanaal in 1855 wordt de steenfabriek verplaatst naar de Kingmaweg(Statum)op de kaart voorzien van een aantal rode stipjes.
    Blijft de pannen/tichelfabriek dan staan op de Drieling ? zie kaart uit 1883.
    In het boek staat ook een plattegrond afgedrukt van Lemele ca:1860, hierop staat ook de Drieling opgetekend.
    Wel staat in het boek vermeld dat Marten Kingma na 1870 de steenfabriek sluit en deze ombouwd tot een zuivelfabriek.Jan Martens Kingma heeft in 1915 iets verder richting Lemelerveld een nieuwe stoomzuivelfabriek laten bouwen de ,,Roomboter en Kaasfabriek Statum,,.
    Volgens mij heeft er maar 1 fabriek gestaan aan de Ledeboerweg en 1 aan de Kingmaweg.Wat mij wel opvalt in deze hele discussie dat er geen reaktie is van Lemelenaren.

    Nog even een ander nieuw vraagteken,op oude kaarten (voor 1900)staat de buurtschap Hulsen aangegeven aan de overzijde van de Regge tegenover Huize Schuilenburg,hoe is het mogelijk dat Hulsen nu op een heel andere plek ligt n.l in de oude buurtschap Jeruzalem (Hellendoorn).Schoolmeester Pontsteen wist hier ook al geen antwoord op.Ik heb informatie opgevraagd bij het HCO in Zwolle naar daar hebben ze ook geen antwoord op deze vraag.

    Like

  34. https://www.facebook.com/pg/sukerbietnl/posts/?ref=page_internal
    In de lemelervelder van 30-5-2018 staat iets over evenwijdige greppels bij de dagcamping op de Luttenberg. Hebben die wellicht een relatie met de parallelle wallen op de Zuidhelling van de Lemelerberg? Zie ook https://www.oudommen.nl/bos-tussen-twee-evenwijdige-wallen-op-de-zuidhelling-van-de-lemelerberg/ en https://www.oudommen.nl/?s=Zoekplaatje+78&m=&orderby=date

    Like

  35. Is het probleem van die evenwijdige lijnen al opgelost? Zo ja graag verwijzing waar ik dat kan vinden. Zo niet, kan ik hier ook plaatjes kwijt? Anders is het lastig uitleggen.

    Like

  36. … maar ik sluit me aan bij de meerderheid: perceelgrenzen, en wel van een perceel dat Blikman Kikkert bij de markeverdeling toegedeeld kreeg.

    Like

  37. Blikman Kikkert heeft na de verdeling van de Lemeler Marke in 1853 zo’n 30 ha op de zuidhelling op naam gekregen. Die begon tegenover zijn (dan al afgebroken) steenfabriek bij Drieling omhoog, dan dwars over de zuidhelling ten noorden van de zandafgraving en tenslotte uitlopend in de driehoek waar nu Buitenplaats Berg en Bos is. Dat hij dat stuk in die open woestenij wilde markeren lijkt mij logisch. Dat is van alle tijden. Zoals je zegt zullen arbeidskrachten ruim voorhanden zijn geweest. In de winter is ook logisch, de rijsdammen in de Groningse wadden werden ook in de winter aangelegd.
    Wat me wel opviel bij een recent bezoekje is dat er bij de kapwerkzaamheden door het Overijssels Landschap weinig rekening wordt gehouden met die wallen. Trekkers rijden erover en er worden grote takkenbossen op gestort. Behoren deze schaarse overblijfselen van de markeverdeling niet tot het Lemeler cultuurhistorisch erfgoed? Waar zie je een mooiere herinnering aan die tijd? En ook nog aangelegd door Blikman Kikkert himself, de stichter van Lemelerveld, lees ik overal.

    Like

  38. Ben vooral heel benieuwd naar ’t hoe en waarom van die dubbele wallen. Interessant is ook de ganzevoet die de bouwer van ’t huisje ongetwijfeld zelf heeft gemaakt, zodat hij ze aan zijn eettafel kon zien. De middelste teen is allang alleen nog maar te voelen met je voeten…
    Eerder schrijfsels:
    Zoekplaatje 78 | OudOmmen.nl –
    1871 – Ingekomen stukken Ambt-Ommen | OudOmmen.nl –
    https://weblog.oudommen.nl/2011/05/16/op-zoek-naar-aanmelden-6/
    https://weblog.oudommen.nl/2011/05/25/op-zoek-naar-aanmelden-8/
    Ons Verwonderen Rondom Ommen: #10. Smalspoor van de Zuidhelling op de Lemelerberg naar Statum aan het Kanaal door Overijssel –
    Ons Verwonderen Rondom Ommen: #09. ganzevoet op Zuidhelling van Lemelerberg –
    Ons Verwonderen Rondom Ommen: #04. Tichel-, steen-, suiker- en melkfabrieken rondom Ommen –
    https://weblog.oudommen.nl/2011/01/08/expositie-ansichtkaarten-lemele-en-lemelerberg-in-bibliotheek-lemele/
    https://weblog.oudommen.nl/2011/01/23/bos-tussen-twee-evenwijdige-wallen-op-de-zuidhelling-van-de-lemelerberg/comment-page-1/

    Like

Plaats een reactie