Te koop: Oud Adellijke en seer plaisante Hovesaet, genaemd Eerde

Het huidige kasteel Eerde met zijn beide bouwhuizen aan de Hammerweg dateert uit 1715 en is gebouwd in opdracht van de toenmalige eigenaar van Eerde, Johan Werner baron van Pallandt.

 Verkoopadvertentie uit 1703 met een omschrijving van de verkoopster en het landgoed.
Afbeelding: http://www.delpher.nl
Voor die tijd was er ook al sprake van een Huis Eerde op deze plek. In de tweede helft van de veertiende eeuw liet Evert van Essen hier een versterkt huis bouwen. Het was een waar roofriddersnest, van waaruit deze Evert in de wijde omgeving roofde en plunderde. Zo bont maakte hij het, dat de bisschop van Utrecht, die ook landsheer was van Overijssel, het nodig vond om in 1380 met een groot leger op te trekken, om aan de rooftochten een einde te maken. Na een belegering van maar liefst vijf weken gaf de roofridder zich over. Het kasteel werd in brand gestoken. Volgens oude documenten duurde het een maand voordat het vuur doofde. Evert van Essen stierf kort daarna, in 1382. Daarna kende Huis Eerde verschillende bewoners, totdat het in 1419 in het bezit kwam van het geslacht Van Twickelo. Jan Baptista van Renesse, die getrouwd was met Adriana van Twickelo, werd in 1588 heer en meester. De familie Van Renesse bleef eigenaar totdat Eerde in 1704 werd verkocht aan de eerder genoemde Johan Werner van Pallandt. Met zijn komst braken nieuwe tijden aan, want hij liet het huis herbouwen als een statige edelmanswoning, met grachten en bouwhuizen. Ook het landgoed werd door hem verfraaid en vergroot en de havezathe Eerde groeide uit tot een landgoed van 1667 ha met ruim twintig boerderijen. De oorspronkelijke molen stond ooit op de helling van de Besthmenerberg. We spreken dan over het jaar 1583. De familie Konijnenbeld, die woonde op het perceel Bergweg 24 in Besthmen, was ooit pachter van deze molen. Om meer wind te kunnen vangen werd de molen in 1748 in westelijke richting verplaatst. De plek waar nog steeds de huidige Besthmenermolen staat.

In een verkoopadvertentie uit 1703 werd verkoopster en het landgoed als volgt omschreven:
De Hoog welgeboren VROUW BARONNE VAN RENESSE, DOUARIERE SCHAEP, vrouw van Winsham, is van voornemen op Woensdag voor Kerstijd, zijnde den 19 December 1703, ten huyse van Adolf Mensink, in de Toelast, tot Zwol, des avonds ten 5 uuren, te laten insetten, en 5 weken daerna, zijnde Woensdag den 23 Januari 1704, ter selve uur en plaets, in ’t openbaer aen de meestbiedende te verkopen, haer Hoog welgeboren Oud Adelyke en seer plaisante Hovesaet, genaemd Eerde, gelegen tusschen Ommen en den Ham, op de vermakelyke riviere de Regge, omtrent 5 uuren van Swol, in Over-IJssel, en dat met sijn recht van verschrijvinge in de Ridderschap van Over-IJssel, Geregtigheid van de Jagt en Visschery, voorts Houtgewassen en schoone opgaende Eyken, Bomen en Hegge hout; alsmede verscheydene groote en vermakelyke Allees of Loeven; mitsgaders verscheyde heele en halve Erven, Landeryen, de tiende grof en smal over de geheele Bouwschap Eerde, en een halve Koorn Windmolen. Iemand nader onderrichtinge begeerende of de voorwaerde te sien, kan sich vervoegen by Wolter van der Linde, Factoor te Swol.

Bron: Harry Woertink – 19 juni 2016

Plaats een reactie