Mishandelingen kamp Erika hield ook de rechterlijke macht bezig

Oud-rechter van de Rechtbank Arnhem mr. J.Barendsen bezocht deze week het Streekmuseum in Ommen om zich op de hoogte te stellen van de expositie over de Tweede Wereldoorlog.

 Oud-rechter Jan Barendsen overhandigd aan Sir Schokkenbroek (links) zijn boek over rechterlijke macht. Rechts Harry Woertink.
Foto: Natuurlijk Ommen

Met name strafkamp Erika, opgezet door de Duitsers, had zijn interesse. Sir Schokkenbroek en Harry Woertink van het historisch tijdschrift De Darde Klokke ontvingen van de oud-rechter interessante gegevens over de tenuitvoerlegging van straffen in kamp Erika. Ook werd hen ter hand gesteld het boek “De Rechtbank Arnhem en de Duitse bezetting”, waar Barendsen medeauteur van is en waarin een beeld wordt geschetst hoe de rechtbank en de rechtspraak tijdens de Duitse bezetting hebben gefunctioneerd. De Darde Klokke geeft begin 2016 een speciaal nummer uit over kamp Erika.

Berucht
Kamp Erika, bedoeld om het cellentekort elders op te vangen voor de voor economische delicten (zoals bijvoorbeeld het stelen van bonkaarten, illegaal slachten en andere kleine vergrijpen) veroordeelden, is berucht geworden door de wrede behandeling van de gedetineerden door de (Nederlandse) bewakers. Vaak belandden de gedetineerden in het ziekenhuis of overleden zij door mishandeling en ondervoeding. De Amsterdamse officier van Justitie H.A. Wassenbergh voerde de actie tegen Ommen aan. Enkele leden van het Openbaar Ministerie bezochten op 4 februari 1943 het kamp en maakten een onrustbarend rapport op. Eerder hadden officieren van justitie, vermomd als arts, zich in omliggende ziekenhuizen op de hoogte gesteld van de verwondingen die de gevangenen van kamp Erika tijdens hun gevangenschap hadden opgelopen.

Het leverde het bekendste en meest succesvolle protest op dat de rechterlijke macht tijdens de bezetting heeft laten horen. Onderdeel van het protest door de rechterlijke macht vormde het bekende arrest van het hof Leeuwarden van 25 februari 1943 waarin het ongenoegen over kamp Erika pregnant tot uitdrukking werd gebracht. Het hof verlaagde hierin de straf die de rechtbank had opgelegd omdat de wijze van tenuitvoerlegging, in kamp Erika, de straf zwaarder zou maken dat bedoeld was in de wet, die immers van een reguliere gevangenis uitging. Daarom volgde veroordeling tot een straf die gelijk was aan de duur van de voorlopige hechtenis, zodat de veroordeelde meteen vrij kwam.

Zere been
Deze methode hanteerden destijds veel rechters: er werd zo mogelijk een straf opgelegd die net niet lang genoeg was om volgens de richtlijnen in Ommen ten uitvoer gelegd te moeten worden. Tot zover nog niets bijzonders. Maar het hof zei er ook nog bij dat het dit deed ‘om des gewetens wille’. Dat was tegen het zere been van de Duitsers; er schuilt de suggestie in dat degene die het kamp in stand houdt, de bezetter, gewetenloos is. Het protestkarakter van deze zinsnede was onmiddellijk voor iedereen duidelijk. De illegale pers juichte de uitspraak toe en de bezetter ontsloeg twee van de drie verantwoordelijke raadsheren.

Bron: Harry Woertink – 18 september 2015

Zie ook artikel “Arnhemse oud-rechter overhandigt in Ommen historische informatie over Kamp Erika” van Natuurlijk Ommen.

Plaats een reactie